Rechtsgeoriënteerd denken betekent dat je er de voorkeur aan geeft om informatie via de rechter hersenhelft op te slaan.
We hebben allemaal 4 verschillende denksystemen. En we gebruiken ze allemaal ook alle 4, alleen niet in dezelfde mate. Iedereen heeft een voorkeursdenksysteem waarmee informatie het makkelijkst wordt opgeslagen.
In de linker hersenhelft zijn dat:
Het auditieve denksysteem (= horen)
Je slaat op wat je hoorde.
Je haalt informatie terug via de gesprekken die je hoorde.
Je herinnert je hele gesprekken woord voor woord, zonder dat je het opschreef.
Het digitale denksysteem (= beredeneren)
Je slaat informatie op door te redeneren.
Je voert gesprekken met jezelf.
Je haalt informatie terug door te beredeneren.
In de rechter hersenhelft zitten deze denksystemen:
Het visuele denksysteem (= kijken)
Je slaat op wat je zag. Je maakt een soort prentje/foto in je hoofd en je bewaart dat beeld.
Je haalt informatie terug via het beeld dat je zag. Je ziet eerst het beeld en je moet daar daarna de juiste woorden bij zoeken.
Het kinesthetische denksysteem (= voelen)
Je slaat op door te voelen/ondervinden. Je leert al doende.
Je haalt informatie terug door de sfeer terug te voelen die er was.
Rechtsgeoriënteerd denken: waarom een “probleem” op school?
School werkt altijd op de linker hersenhelft van je kind. Heel het schoolse systeem en de gebruikte leermethodes zijn hierop gebaseerd.
Denk maar aan spellingsregels die taal beredeneren (= digitale denksysteem) of “hoorwoorden”, waar je schrijft wat je hoort (= auditieve denksysteem).
Denk maar aan het hakken en plakken bij het leren lezen. Dat is luisteren naar klanken (= horen) en die vervolgens aan elkaar plakken (=beredeneren).
Hoe mooi de plaatjes van de methode ook zijn: er wordt altijd gehakt en geplakt en naar klanken geluisterd bij het leren lezen.
En als jouw kind dit moeilijk vindt, het leesproces niet vlot loopt, de spellingsregels niet worden toegepast dan is dat een duidelijk signaal dat jouw kind niet via deze denksystemen informatie opslaat en dus leert. Maar dat jouw kind die andere, rechter, hersenhelft nodig heeft om leerstof te automatiseren.
Je kind denkt dan rechtsgeoriënteerd. En als je kind rechtsgeoriënteerd denkt, dan kan je kind ook vlot en makkelijk mee op school als hij ook rechtsgeoriënteerd gaat leren.
Ja, en dat kan! Dan slaat je kind de informatie van de lessen op via beelden en ondervinding/voelen. Via die rechter hersenhelft dus.
Hoe gaat dat dan? Ontdek het hier: Hoe leer je met de rechter hersenhelft?
Wat is het verschil tussen beelddenken en rechtsgeoriënteerd denken?
Een goede vraag! Zowel de term “beelddenken” als de term “rechtsgeoriënteerd denken” doelen op de voorkeur om via de rechter hersenhelft informatie op te slaan in de hersenen.
De term “beelddenken” ligt wat beter in de mond en is beter bekend bij mensen. En ook bij “beelddenken” wordt er over “voelen” gesproken.
De term “beelddenken” zegt eigenlijk niets over het kinesthetische denksysteem. De term heeft het enkel over het visuele denksysteem.
De term “rechtsgeoriënteerd denken” drukt wel volledig uit waar het over gaat: de hele rechter hersenhelft, waar zowel het visuele- als het gevoelsdenken plaatsvinden.
Je zou kunnen concluderen dat beide uitdrukkingen hetzelfde zeggen en dat “rechtsgeoriënteerd denken” de betekenis correcter uitdrukt.
Want “beelddenkers” zijn nu eenmaal ook voelers…
Dus…
als je kind niet (goed) meekan op school dan komt dat doordat hij/zij anders denkt, nl. rechtsgeoriënteerd. Met die rechter hersenhelft dus. Als je kind voortaan ook via die rechter hersenhelft gaat leren, dan wordt school makkelijk voor je kind. Dan zal eruit komen wat erin zit.
Meer weten? Lees het boek “Krachtig anders leren” van Wim Bouman.