makkelijk-leren

Toen mijn dochter leerde lezen oefenden we ons te pletter en toch maakte mijn kind bijna geen vordering en raadde ze naar de woorden.

Die maaltafels waren ook een ramp. Opzeggen leidde tot niets. Al gauw weigerde ze dat zelfs te doen. Ik hoorde van een andere moeder dat zij hetzelfde probleem hadden. Zij hadden zelfs maaltafels op de treden van de trap gehangen. En elke keer als het meisje de trap nam moest ze bij elke trede de uitkomst van die maaltafel kunnen zeggen. Zo “liepen” ze elke dag maaltafels.

Het resultaat was twee gefrustreerde kinderen die dachten dat zij dom waren. En dat is wel het laatste dat je wil als moeder.

Je wil joúw kind zien: dat blije, vrolijke kind dat glimmend van trots komt laten zien wat hij al kan.

Zijn talenten wil je zien openbloeien, zonder de angst dat die spelling en dat rekenen straks een barrière zal zijn om je kind dié richting te laten volgen waar zijn hartje sneller van slaat.

Daarom wil je dat je kind wél vlot leert lezen en die spelling beheerst.

Maar zoals het nu gaat lijkt dat een utopie? Moet je jezelf er maar bij neerleggen dat het leren altijd moeilijk zal zijn? Dat niet iedereen even slim is? Dat je kind misschien maar hulpmiddelen moet gebruiken (tafelkaart, rekenmachine, voorleessoftware,…)? En durf je er dan niet van uit te gaan dat hij het ooit zelf zal kunnen? Alsof je kind een handicap heeft?

NEE!

Dat hoeft helemaal niet. Ook jouw kind kan makkelijk leren, ook al gaat het nu moeilijk, ook al heeft je kind een zware vorm van dyslexie. Hoezo?

Dat geheim verklap ik je als je verder leest.

Het geheim van makkelijk leren zit in de hersenen…

Als je het geheim wil begrijpen hoe je kind toch makkelijk kan leren, dan moet je begrijpen hoe we informatie verwerken in onze hersenen.

Op 1 dag verwerken we allemaal veel informatie. Vaak is het teveel om het tegelijk te verwerken. Daarom focussen we slechts op gedeelten ervan.

Dit herken je vast: je kind zit geconcentreerd naar zijn lievelings tekenfilm te kijken of op zijn computerspel te spelen. Je vraagt hem iets, maar hij hoort je niet. Ook al sta je dichtbij.

Hij hoort je ook echt niet! Zijn focus is dan op zijn film of spel. Als je echt dan zijn aandacht wil, zal je even in zijn gezichtsveld moeten komen :-). Probeer maar eens uit.

4 verschillende denksystemen die we verschillend gebruiken

We hebben 4 verschillende denksystemen:

schema-linker-rechter-hersenhelft-makkelijk-leren

We gebruiken ze allemaal. Probeer maar eens:

Autditief = horen

Doe je ogen dicht en luister naar wat je hoort. Misschien hoor je een familielid de trap op komen en weet je aan het geluid wie het is. Dan gebruik je je auditieve denksysteem om een conclusie te trekken.

Digitaal = denken

Of denk eens even na hoe je een probleem het beste zou aanpakken. Je beredeneert verschillende mogelijke oplossingen en vergelijkt ze met elkaar. Dan kies je de oplossing die volgens je “gezonde verstand” de beste is. Dan gebruik je het digitale denksysteem, want je beredeneert.

Visueel = kijken

Iedereen kan zich wel iets inbeelden. Zich iets voorstellen. Je “ziet” het dan voor je. Alleen niet letterlijk dan. Dan gebruik je je visuele denksysteem.

Kinestethisch = voelen

Je komt een kamer binnen en je voelt gewoon dat er spanning in de lucht hangt. Je pakt de sfeer op. Dat doe je met je kinestethische denksysteem.

We gebruiken ze alle 4, maar niet allemaal even veel. Iedereen heeft zijn persoonlijke voorkeur. Meestal is dat een eerste en een tweede voorkeur. Deze twee systemen gebruik je dan vaker dan de andere twee.

Op welke denksystemen doet school beroep?

Blijft je kind die maaltafel en sommen elke keer uitrekenen en gebruikt hij steevast trucjes? Je zou willen dat je kind direct de uitkomst kan zeggen, zonder erover te moeten nadenken. Want alleen dan beheerst hij het voldoende. Hoe komt dat nu?

Het antwoord is eenvoudig: de manier van leren die op school wordt gebruikt past niet bij hoe hij denkt. Hij heeft een ander denkstysteem nodig om die maaltafel te automatiseren.

Gebruikt je kind zijn beste denksysteem, dan zal leren makkelijk worden.

School doet beroep op de linker hersenhelft van je kind: les is altijd via horen en denken.

Denk maar aan:

  • de juf die alles uitlegt en je kind moet luisteren.

  • al die regels waarmee taal beredeneerd wordt of de “hoorwoorden”.

  • leren lezen met hakken en plakken en leesrijtjes = luisteren en een logische beredenering.

Ja, als jouw kind het daar moeilijk mee heeft dan kan je er gif op innemen dat je kind “anders denkt”. Je kind geeft je hiermee een duidelijk signaal dat hij zijn rechter hersenhelft nodig heeft om makkelijk te leren. Dat hij moet kunnen kijken en voelen om te kunnen leren.

Je kind is niet dom! Je kind denkt alleen anders en moet dus ook anders leren.

Via beelden en voelen.

Hoe weet je zeker welk denksysteem je kind nodig heeft om vlot mee te kunnen op school?

Nu wil je natuurlijk weten welk denksysteem jouw kind gebruikt. Denkt ook jouw kind anders?

Dat kan je makkelijk zelf uittesten. Je kan het namelijk aan de stand van de ogen zien welk denksysteem je kind op dat moment gebruikt. Ik laat het je even in deze korte video zien.

Dus even kijken en dan kan je er zelf mee aan de slag.

Hoe kan je kind dan wel makkelijk leren zonder meer te doen?

Als je kind leert leren met het denksysteem waar hij het beste in is, dan hoeft hij niet meer harder en harder te werken voor slechts zwakke punten.

Nee, omdat hij zijn sterkte gebruikt zal hij wél makkelijk leren en dat in een kortere tijd. Dus hij moet nooit meer MEER doen! En toch zal hij betere punten hebben.

Hoe zalig zou dat zijn? Zie je dat trotse gezichtje al voor je om je te tonen wat hij nu weer kan? Hoe goed zijn dictee ging? Hoe goed hij zijn taak deed?

Maar hoe leert je kind dit? Hoe kan je kind “anders leren”? Hoe doe je dat: leren via beeld en gevoel?

Dat leer ik jou en je kind in een individueel traject aan. Met deze makkelijke technieken doet je kind al snel succeservaringen op zodat zijn zelfvertrouwen kan groeien.

Wil je dat? Maak dan NU een afspraak voor een GRATIS kennismakingsgesprek.